Lege cellen en nulwaarden

Gebruik VOORWAARDELIJKE OPMAAK om lege cellen en nulwaarden in beeld te brengen.

Wanneer je regelmatig gegevens importeert van een externe bron (SAP of Oracle), kunnen daar lege cellen of nulwaarden tussen zitten. Dit onderscheid is vaak niet eenvoudig te maken, en ook niet te zien.Met Voorwaardelijke Opmaak kun je in beeld brengen of de inhoud van een cel leeg is, of dat de cel een nulwaarde bevat. Hoe werkt dat?

Breng in beeld of een cel leeg is:

  • Selecteer het bereik met waarden. In dit voorbeeld is dat D6:D10
  • Kies > Start > Stijlen > Voorwaardelijke Opmaak
  • Kies > Nieuwe regel…
  • Kies > Een formule gebruiken om te bepalen welke cellen worden opgemaakt
  • Bij Waarden opmaken waarvoor deze formule geldt: vul je in: =ISLEEG(D6)
  • Klik op de knop Opmaak… om een opmaakstijl toe te voegen
  • Klik op de knop OK om de nieuwe opmaakregel toe te voegen

Breng in beeld of een cel een nulwaarde bevat:

  • Selecteer het bereik met waarden. In dit voorbeeld is dat D6:D10
  • Kies > Start > Stijlen > Voorwaardelijke Opmaak
  • Kies > Nieuwe regel…
  • Kies > Een formule gebruiken om te bepalen welke cellen worden opgemaakt
  • Bij Waarden opmaken waarvoor deze formule geldt: vul je in: =D6=0
  • Klik op de knop Opmaak… om een opmaakstijl toe te voegen
  • Klik op de knop OK om de nieuwe opmaakregel toe te voegen

Je hebt nu twee voorwaardelijke opmaken in de vorm van een formule aan een bereik toegevoegd!

Hoe het werkt.

Bij iedere wijziging van de inhoud van een van de cellen in bereik D6:D10, controleert Excel of die inhoud voldoet aan een voorwaarde. In deze gevallen controleert Excel dus of de cel leeg is, of dat de cel de waarde nul bevat. Indien dit zo is, wordt aan die cel een opmaak, de zogeheten voorwaardelijke opmaak, meegegeven.

Twee dingen zijn bij het controleren van een voorwaarde in de vorm van een formule essentieel!

Ten eerste MOET het antwoord van de formule WAAR of ONWAAR zijn. De eerste voorwaarde is of cel D6 leeg is. =ISLEEG(D6). Het antwoord kan alleen maar JA (WAAR), of NEE (ONWAAR) zijn.

Ten tweede controleert Excel de voorwaarde in haar interne geheugen. De formule die je invoert heeft betrekking op de eerste regel van het bereik, maar omdat het om voorwaardelijke opmaak gaat, zal Excel alle cellen in dat bereik op dezelfde wijze controleren. Dit komt tot uitdrukking in het feit dat je de formule baseert op cel D6 =ISLEEG(D6). Omdat je als bereik D6:D10 geselecteerd hebt, worden echter ook de cellen D7 tot en met D10 meegenomen in de controle!

 

Klik hier voor een Engelstalige versie van deze tip.

Download werkboek